⇐ Aardrijkskunde

Toerisme / Vervoer ⇒

Bevolking

De IJslanders zijn nakomelingen van de Vikingen, vermengd met Schotse en Ierse immigranten. De meeste buitenlanders zijn Denen. Meer dan de helft van de bevolking leeft in Reykjavík en omgeving.

In de periode 1750 tot 1850 lag de bevolking van IJsland stabiel op circa 50.000 personen. Nadien trad een geleidelijke uitbreiding op tot ongeveer 75.000 tegen het einde van de 19e eeuw om vandaar te versnellen en op 1 januari 2011 telde het land 328.452 bewoners. Het aandeel van de bevolking tussen 0 en 14 jaar was 20,9%, tussen 15 en 64 jaar 66,8% en ten slotte was 12,3% van de bevolking 65 jaar en ouder. De levensverwachting bij geboorte lag in 2010 op 79,5 jaar voor mannen en op 83,5 jaar voor vrouwen. Het aandeel buitenlanders was 6,6%.

Geslachtsnamen worden op IJsland bijna niet gebruikt: de IJslanders bedienen zich van patroniemen, zoals 'Karlsdóttir' ('dochter van Karl') of 'Grímsson' ('zoon van Grímur') (zie ook: IJslandse namen). De voornaam is nog altijd belangrijker dan het patroniem: in telefoonboeken en andere alfabetische persoonslijsten wordt men op zijn voornaam gerangschikt.

Godsdienst

Op IJsland kent men vrijheid van godsdienst. De Evangelisch-Lutherse Kerk van IJsland is de staatskerk. In het nationaal register wordt altijd bijgehouden welke religieuze overtuiging men heeft. Ongeveer 5 procent van de bevolking is rooms-katholiek. Van 1996 tot 2009 was de Nederlandse bisschop Jo Gijsen bisschop van Reykjavík.

In 2004 hing de bevolking de volgende religies aan:

  • Evangelisch-Lutherse Kerk van IJsland: 85 procent van de inwoners
  • Vrije Lutherse Kerk van Reykjavík en Hafnarfjörður: 3,6 procent van de inwoners
  • niet aangesloten bij een religieuze groepering: 2,4 procent van de bevolking
  • Rooms-Katholieke Kerk: 5 procent van de bevolking
  • anders christelijk: 6,5 procent van de bevolking
  • anders (waaronder volgelingen van de Ásatrú-godsdienst): 1 procent van de bevolking
  • Islam: 0,2 procent van de bevolking

Ofschoon de meerderheid van de bevolking christelijk is, gaan de meeste IJslanders niet met regelmaat naar de kerk. De meesten hebben liberaal-christelijke opvattingen.

Onderwijs en taal

De IJslanders spreken IJslands als moedertaal. IJslands is te kwalificeren als Oudnoors. Buiten IJsland wordt de taal niet gesproken. Daarmee komt het aantal sprekers van het IJslands rond de 320.000. IJslands is een Noord-Germaanse taal. De IJslandse taal is verwant met Faeröers, Noors, Deens en Zweeds.

Het IJslands kwam in de 9e eeuw met de Noormannen naar IJsland, deze Noormannen spraken Oudnoors. Op het Europese continent heeft het Noors veel veranderingen ondergaan, onder andere door invloeden van het Nedersaksisch. Zo heeft het moderne Noors ten opzichte van het Oudnoors minder naamvallen, ook is de grammatica eenvoudiger. Deze veranderingen gingen voorbij aan de Oudnoors sprekende IJslanders, het Oudnoors dat in IJsland gesproken wordt is sinds die 9e eeuw weinig veranderd. Daarmee is het moderne IJslands een taal die sterk lijkt op het Oudnoors. De IJslanders zijn trots op hun taal en willen niet dat de taal vervlakt. Nieuwe woorden die nodig zijn om technologische of andere ontwikkelingen aan te duiden worden meestal gemaakt door bestaande IJslandse woorden te combineren. Er bestaat zelfs een instituut dat hierop toeziet.

De IJslandse taal maakt gebruik van het Latijnse alfabet aangevuld met een aantal lettertekens. Het alfabet bestaat uit 36 tekens. De "Dag van de IJslandse Taal" wordt jaarlijks gevierd op 16 november: de geboortedag van de IJslandse dichter Jónas Hallgrímsson.

Vanaf hun achtste of negende jaar leren kinderen Engels als tweede taal. Ook Deens wordt veel gesproken.

De grootste instelling voor hoger onderwijs is de Universiteit van IJsland, die zijn grootste campus in het centrum van Reykjavík heeft. Andere scholen die onderwijs geven op universitair niveau zijn de Universiteit van Reykjavík, de Universiteit van Akureyri, de Landbouwuniversiteit van IJsland bij Hvanneyri en de Bifröst Universiteit.

Muziek

Van oudsher is op IJsland in volledige afzondering een muziekstijl ontwikkeld. De originele IJslandse muziek (de tvísöngur) bestond uit tweestemmige gezangen, waarbij vooral kwartenmelodiek kenmerkend was. Pas sinds de contacten met de Scandinavische cultuur werd deze muziek geleidelijk aan vermengd met de Noorse en Deense muziek. In de 19e eeuw kwam ook deze muziek in aanraking met de nationalistische tendensen van de Europese kunstmuziek, waarmee de aansluiting met de West-Europese kunstmuziek gebaand was. In de IJslandse volksmuziek zijn nauwelijks sporen aan te treffen van het Gregoriaans of van het Lutherse koraal. De kunstmuziek van de 19e eeuw drong - evenals later ook de moderne en populaire muziek - uiteindelijk ook in IJsland door.

Bekende IJslandse hedendaagse musici zijn:

  • Popzangeres Björk Guðmundsdóttir;
  • De postrockband Sigur Rós;
  • De funkfusionband Mezzoforte;
  • Emilíana Torrini;
  • Hera Björk;
  • De indiefolk/indiepopband Of Monsters and Men;
  • De postrock/metalband Sólstafir;
  • De rock-band Kaleo.

Feestdagen (Hátíðir og merkisdagar)

  • 1 januari: nýársdagur (nieuwjaarsdag).
  • 6 januari: þrettándi, de dertiende dag. Laatste dag van de IJslandse Kerstmis (zie ook: Jólasveinar).
  • Eind januari wordt de oude gecombineerde januari/februarimaand Þorri gevierd, het Þorrablót.
  • Bolludagur ("bolletjesdag"). Bolletjesdag was vroeger de maandag voor de vastendagen en wordt nu gevierd door (veel) roomsoezen (rjómabollur) te eten bij de koffie.
  • Sprengidagur ("explosiedag"). Deze dag was vroeger de laatste dag voor het begin van de vastendagen en er mocht toen zoveel gegeten als mogelijk (en voorradig) was. Nu wordt het met een speciale maaltijd, bestaande uit gezouten vlees en bonen, gevierd.
  • Öskudagur ("Asdag"). De eerste dag van de vastendagen die begon op een woensdag. Dit is nu een vrije dag.
  • Sumardagurinn fyrsti; de eerste donderdag na 18 april: eerste dag van de (oude) zomer. IJsland kende volgens de oude kalender maar twee jaargetijden: zomer en winter.
  • Sjómannadagurinn; de eerste zondag in juni: opgedragen aan de zeevaarders (vissers, reders etc.).
  • Listahátið; begin juni op even jaren: Reykjavíks internationale kunstfestival.
  • 17 juni: þjóðhátið; belangrijk nationaal volksfeest op sautjándi júní. Ter gelegenheid van het feit dat IJsland op 17 juni 1944 een republiek werd.
  • Verslunarmannahelgi ("koopliedenweekend"); eerste weekend in augustus.
  • Síldarævintyri ("haringavontuur"); feest op eerste weekend en maandag in augustus in Siglufjörður (Noord-IJsland).
  • Þjóðhátið Vestmannaeyjar; volksfeest op de Westman-eilanden begin augustus.
  • September: tijd waarin de schapen vanuit de bergen en vlakten bijeengedreven worden voor sortering. Vaak een festijn.
  • Fyrsti vetrardagur; eind oktober: eerste dag van de (oude) winter.
  • 1 december: herdenking van het verkrijgen van soevereiniteit van Denemarken in 1918.
  • 24 december: aðfangadagur; kerstavond.
  • 25 en 26 december: Jól; Kerstmis.
  • 31 december: gamlárskvöld; oudejaarsavond.

Media

De grootste televisiestations van IJsland zijn de publieke omroep Sjónvarpið en de commerciële omroepen Stöð 2, SkjárEinn en ÍNN. Er bestaan ook kleinere stations, waarvan vele enkel lokaal uitzenden. De belangrijkste radiostations zijn Rás 1, Rás 2 en Bylgjan. De dagelijkse kranten zijn Morgunblaðið en Fréttablaðið.

Op 16 juni 2010 nam het IJslandse parlement een wet aan ter bescherming van het recht van vrije meningsuiting en voor de bescherming van journalisten en klokkenluiders en is de strengste wet op dit gebied in de wereld.

Enkele bezienswaardigheden op IJsland zijn onder meer:

  • Nationaal Park Jökulsárgljúfur, het Nationaal Park Skaftafell, het Nationaal Park Snæfellsnes en het Nationaal Park Þingvellir
  • Geisers onder andere Geysir, Strokkur
  • Watervallen onder andere Háifoss, Gullfoss, Dettifoss, Skógafoss, Goðafoss, Seljalandsfoss
  • Gletsjers onder andere Eyjafjallajökull, Mýrdalsjökull, Vatnajökull
  • Gletsjermeren onder andere Jökulsárlón
  • Vulkanen onder andere Hverfell, Kerið, Hekla
  • Fjorden in IJsland
  • Reykjavík met onder andere Hallgrímskirkja en musea
  • Natuurbaden zoals onder andere Blue Lagoon
  • Walvissafari vanuit Reykjavík en Húsavík
  • Landmannalaugar
  • Þórsmörk

Statistieken

  • 96 procent van de inwoners woont in centra van steden en dorpen
  • Reykjavík heeft 121.490 inwoners (2014); buiten de regio van Reykjavík is Akureyri de enige stad van enige omvang (17.000 inwoners, 1 oktober 2005)
  • Toename aantal inwoners over 2003: 0,96 procent
  • Aantal geboortes per 1000 inwoners: 14 (1 december 2004)
  • Aantal overledenen per 1000 inwoners: 6 (1 december 2004)
  • Gemiddeld aantal geboortes per vrouw: 2.23 (2009)
  • Kindersterfte: 2,4 per 1000 geboortes (2003)
  • Kindersterfte in eerste levensweek: 1,69 per 1000 geboortes (2003)
  • Migratiesaldo in 2001: +968
  • Bevolkingsdichtheid in 2004: 2,8 inwoners per km² (1 december 2004)
  • Levensverwachting: mannen 78.7 jaar; vrouwen 83.2 jaar (december 2010)
  • BNP per inwoner in 2003: 36.519 US-dollars (2004)
  • Inkomstenbelasting: 37,73% (2005)
(Er is een speciale belasting van 2% bij inkomsten boven ISK 350.000 p.p. per maand (2005).)
  • btw: 25,5%, 14,0% of 7,0% (1 januari 2010)
  • Aantal auto's per 1000 inwoners: 647 (2004)
  • Aantal artsen per 1000 inwoners: 3,6 (2002)