Jordaan Amsterdam

Description

De Jordaan is een wijk in het centrum van de Nederlandse stad Amsterdam. De grenzen van de Jordaan worden gevormd door het water van de Prinsengracht, de Brouwersgracht, de Singelgracht en de Leidsegracht. Sommigen houden het erop dat de zuidelijke grens niet bij de Leidsegracht ligt, maar iets noordelijker bij de Passeerdersgracht.

Geschiedenis

Tot de 19e eeuw

De Jordaan was een typische volksbuurt, waar ook ambachtslieden en kleine bedrijven waren gevestigd. De buurt is aangelegd in de eerste helft van de 17e eeuw tijdens een der grote Amsterdamse stadsuitbreidingen, die men de Derde Uitleg noemt. Bij de bouw van de Jordaan handhaafde men de oorspronkelijke verkaveling en volgde men het patroon van de voormalige poldersloten. Bij de aanleg van de Prinsengracht, de Keizersgracht en de Herengracht had men een patroon gevolgd dat zich in een halve cirkel langs de oude stadskern boog. Daardoor liggen de straten en grachten van de volkswijk de Jordaan vaak schuin ten opzichte van de Prinsengracht en sluiten niet direct aan op de aangrenzende straten en bruggen van de welvarende grachtengordel.

19e eeuw

Als gevolg van een groeiend proletariaat, het jarenlang geboorteoverschot en de sloop van bouwvallige panden in de 19e eeuw ontstond een tekort aan betaalbare woonruimte voor arme mensen. De Jordaan raakte overbevolkt en verpauperde. Kinderrijke gezinnen woonden in afzonderlijk verhuurde 'wooncameren' en in kelders waar het grondwater omhoog kwelde. Sloppen en gangen gaven toegang tot volgebouwde binnenterreinen waar het daglicht nauwelijks doordrong toen ook daar 4-etages hoge panden werden gebouwd. De meest schrijnende situaties kwamen voor rondom de Goudsbloemgracht. Door de slechte woonomstandigheden en erbarmelijke fysieke conditie van de arbeidersgezinnen en de gebrekkige hygiënische omstandigheden braken er regelmatig epidemieën uit.

Halverwege de 19e eeuw zetten welgestelde Amsterdammers zich in voor verbeteringen op het gebied van de nauw verweven thema's: volksgezondheid en de volkshuisvesting. Men onderzocht of het mogelijk was op economische basis krotwoningen te vervangen door betaalbare arbeiderswoningen. De eerste woningbouwvereniging de Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse te Amsterdam werd in 1852 opgericht. Deze Vereeniging zette zich er voor in dat het woonblok begrensd door de Willemsstraat, Lijnbaansgracht, Palmstraat en Palmdwarsstraat, werd gesaneerd. Later volgden filantropische bouwmaatschappijen als Bouwmaatschappij Concordia NV, Bouwonderneming Jordaan NV en Woningmaatschappij Oud-Amsterdam NVDe bouw van het Constantia woningbouwcomplex rondom een binnenhof aan de voormalige Goudsbloemgracht (Willemsstraat 149-165) was in 1863 een der voorbeelden op het gebied van de sociale woningbouw in Nederland.

Hoewel het aanzien van de Jordaan in de tweede helft van de 19e eeuw langzaam maar gestaag veranderde, bleven sociale spanningen als gevolg van armoede en werkloosheid decennialang bestaan.

Op 25 juli en 26 juli 1886 probeerde de politie bij de 'Zaterdagse Brug' over de Lindengracht het spelen van het verboden spel 'palingtrekken' te verhinderen. Daarbij ontstonden rellen die bekend werden onder de naam het Palingoproer. Bij die volksopstand vielen 25 doden.

20e eeuw

Het dempen van grachten, betere hygiëne en gezondheidszorg, betere woningen, buurtwerk en onderwijs verbeterden de leefomstandigheden in de Jordaan geleidelijk, maar het bleef een wijk met veel armoede, werkloosheid en sociale problemen. Tijdens de crisisjaren ontstond op 4 juli 1934 het Jordaanoproer. Aanleiding tot de ongeregeldheden was de verlaging van de steunuitkeringen voor werklozen door de regering-Colijn. Politie en leger sloegen het oproer neer. Er vielen vijf doden.

Een belangrijke vooruitgang was de aanleg van drinkwaterleidingen en riolering. De mensen kregen wc's zodat de poeptonnenkar, ook wel spottend de boldootkar genoemd, eind 1934 uit het straatbeeld verdween.

Na de Tweede Wereldoorlog waren grote delen van de Jordaan nog in bouwvallige staat. Eeuwenlang had men gebrekkig gefundeerde panden gebouwd, die circa 50 jaar moesten meegaan. In de jaren vijftig maakte men plannen voor grootschalige sloop en nieuwbouw. Op enig draagvlak konden de plannen niet rekenen. De stadsvernieuwing werd binnen de bestaande stedenbouwkundige structuur voortgezet. Daaraan ging een rumoerige periode van protest vooraf. Amsterdammers maakten zich zorgen over het verloren gaan van de historische binnenstad. Vanaf de jaren zestig is er veel gerestaureerd. Deels met subsidie, zijn monumenten in oude staat teruggebracht en onherstelbare 'onbewoonbaar verklaarde' woningen afgebroken. De ontstane gaten zijn gedicht met nieuwbouw.

Zowel de oude, als de nieuwe woningen waren klein en de behoefte aan meer ruimte in en om het huis (zoals een tuin) was toegenomen. Veel Jordanezen verkozen de ruimere nieuwbouw aan de rand van de stad in de Westelijke Tuinsteden of Amsterdam-Noord of zelfs buiten Amsterdam in Purmerend en Almere. Vanaf de jaren zeventig werden de plekken die de weggetrokken gezinnen achterlieten steeds vaker ingenomen door jongeren, studenten en alleenstaanden. Zij wisten de smalle straatjes, de cafés, de winkeltjes en de kleine woningen te waarderen. De meeste ambachtelijke bedrijven, fabrieken en werkplaatsen zijn in de 20e eeuw vervangen door woningen en winkels. Aan het einde van de 20e eeuw werd het hip om in de Jordaan te wonen.

21e eeuw

De Jordaan telt anno 2011 circa 12.670 woningen, die bijna 19.000 bewoners huisvesten. Het zijn voornamelijk kleine etagewoningen, hoofdzakelijk gebouwd in de 19e eeuw of tijdens de stadsvernieuwing van de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw. Achter 69% van de voordeuren is een eenpersoonshuishouden gevestigd. Slechts 13% van de huishoudens heeft inwonende kinderen. 63% van de huishoudens wordt gerekend tot de middeninkomens of hoge inkomensklasse. 23% van de woningen in de Jordaan is gekocht door de eigen bewoners. De overige 77% huurt de woning, veelal van een woningcorporatie. Ruim 1 op de 4 woningen is een sociale-huurwoning die wordt verhuurd door woningcorporatie Ymere, de rechtsopvolger van het Gemeentelijk Woningbedrijf Amsterdam en vele Amsterdamse woningbouwverenigingen.

Grachten

In de Jordaan lagen elf grachten: van noord naar zuid: Palmgracht, Goudsbloemgracht, Lindengracht, Anjeliersgracht, Egelantiersgracht, Bloemgracht, Rozengracht, Lauriergracht, Elandsgracht, Looiersgracht en Passeerdersgracht. De Leliegracht grenst aan de Jordaan en heeft weliswaar een bloemennaam, maar behoort niet tot de Jordaangrachten.

De in 1857 gedempte Goudsbloemgracht kreeg de naam Willemsstraat. De gedempte Anjeliersgracht heet sinds 1862 de Westerstraat. De Elandsgracht is in 1891 gedempt; de Lindengracht en de Palmgracht in 1895. Redenen voor demping waren de slechte waterkwaliteit en de noodzaak ruimte te scheppen voor het toenemende verkeer. De in 1889 gedempte Rozengracht werd een belangrijke (tram)verbinding tussen het centrum en de wijken ten westen van de Singelgracht. Diverse plannen om grachten te ontdempen, stuitten op verzet van winkeliers en markthandelaren.

Hofjes en Forten

De Jordaan telt anno 2017 negentien hofjes. Ooit waren het er meer. Het oudste bewaard gebleven hofje is het Sint Andrieshofje (1614) aan de Egelantiersgracht 105. Andere bekende hofjes zijn het Huiszittenweduwenhof (1650) aan de Karthuizersstraat 21, en het Hofje De Zeven Keurvorsten (1645) aan de Tuinstraat 197, een rijksmonument. Het Claes Claesz. Anslohofje werd in 1616 gesticht door Anslo en zijn vrouw om inwonend huishoudelijk personeel dat te oud was om te werken, te huisvesten. De strijd voor de restauratie van dit hofje in de jaren zeventig zorgde voor een keerpunt in het denken over de historische en bouwkundige waarde van de Jordaan.

Veel talrijker en belangrijker voor de geschiedschrijving van de Jordaan zijn de forten. In 1775 heette de Willemsstraat het Franse Padt. Dat telde toen maar liefst 57 gangen. Eeuwenlang huisden verreweg de meeste bewoners van de Jordaan aan die gangen, die samen met binnenplaatsjes en aangrenzende panden forten werden genoemd. Tussen de nummers 22 en 110 in de Willemsstraat is, op het trottoir, in 2015 een groot deel van de stedenbouwkundige structuur van rond 1775 gereconstrueerd, inclusief de daar aanwezig zes gangen. Een informatiepaneel aan de gevel van het pand nummer 22 geeft achtergrondinformatie. Veel gangen zouden volgens onderzoek al vóór 1614 zijn ontstaan. De gangen waren dikwijls vernoemd naar de beroepen die er werden uitgeoefend. In de negentiende eeuw zijn de forten steeds meer verwaarloosd en vervallen tot krotten en sloppen. Tien procent van deze zogenoemde forten bestaat nog, maar niet altijd meer met een woonbestemming.

De woningen van ambachtslieden aan een van de oudste gangen, de Pottenbakkersgang bij de Westerstraat zijn in 2002 gedemonteerd in opdracht van de gemeente Amsterdam. De opstallen werden geschonken aan het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Voor een bedrag € 7.500.000,- werd hiermee in 2011 in het museum een stukje Jordaan gereconstrueerd. In het complex zijn een Jordaancafé, een postagentschap en een 'Turkenpension' ondergebracht.

De naam Jordaan

Er zijn uiteenlopende veronderstellingen over de oorsprong van de naam Jordaan. Toen de Jordaan gebouwd werd, kreeg het de naam 'Het Nieuwe Werck'. Pas in 1718 duikt de naam 'Jordaan' voor de eerste keer op in een gedicht van Robert Hennebo genaamd "Lof der Jenever". Met de 'Jordaan' bedoelde men de Prinsengracht. Er volgen nog meer voorbeelden in 1719 en 1720, 1724 enz. Vanaf 1733 wordt de buurt in teksten als Jordaan aangeduid. Men spreekt dan van "de buurt achter de Jordaan" (Prinsengracht). Men verwees daarbij ook naar het Franzenpad; de latere Goudsbloemgracht, die na de demping in 1857 Willem(s)straat werd gedoopt, naar Koning Willem I.

Jan Ligthart heeft het over de naamgeving in zijn "Jeugdherinneringen" van 1911 als volgt: De Jordaan, de Amsterdamse, heeft niets te maken met de gelijknamige rivier in Kanaän. Vroeger waren er in deze volksbuurt der hoofdstad allemaal tuinen. Franse vluchtelingen, de 'réfugiés', vestigden zich daar en zij spraken van "les Jardins". Vandaar de naam. De gedachte dat de naam na de komst van hugenoten, of tijdens de Franse tijd in Nederland, is afgeleid van het Franse woord jardin ("tuin") legt een verband tussen de naam en de vele bloemennamen van Jordanese straten en grachten. Er zijn geen bronnen die dit aantonen.

Mogelijk is de naam afgeleid van de Jordanne, een riviertje in het Massif Central (Aurillac), waar een groep immigranten vandaan kwam. Er zou een familie hebben gewoond die de naam "Jourdain" droeg. Bovendien was er een "gang" of steeg die de Jordaens-Jordanengang genoemd werd. Misschien is de naam Jordaan ontstaan na verbastering van het woord "jurisdictie" tot "jordiks", een verwijzing naar het gebied dat tegen de oude stadswallen aan lag, voordat het Nieuwe Werck (Jordaan) werd gebouwd. Ook denkt men aan een verband met de sterke Doopsgezinde gemeente, die rond 1650 de doop verrichtte zoals Johannes de Doper dat deed in de Bijbelse Jordaan (Matt.3.)

De meest waarschijnlijk geachte verklaring is die van de Prinsengracht als de rivier de Jordaan, waarna de naam is overgesprongen op de buurt erachter. Mozes' woorden dat men de Jordaan niet mag oversteken (Deuteronomium 31: 1-8) zijn wel spottend in verband gebracht met de Prinsengracht; iemand uit de rijke burgerij zou de rivier nimmer oversteken om in de armelijke buurt daarachter te komen.

Muziek

Tegen de achtergrond van schrijnende armoede ontstond een geromantiseerd beeld van opgewekte solidariteit tussen de kinderrijke en kleinbehuisde Jordanese families. Die saamhorigheid spreekt ook uit de liederen in het Jordaanrepertoire, waarin men de grote liefde voor de buurt, Mokum en de Ouwe Wester bezingt. Daarnaast klinkt in het Jordanese lied vaak de liefde voor het Italiaanse belcanto door. In de 20e eeuw bracht de Jordaan vele muzikale talenten voort, zoals accordeonvirtuoos Johnny Meijer en zangers met een typisch 'Mokums' stemgeluid, zoals volkszangers Johnny Jordaan, zijn neef Willy Alberti, zanger/bassist Manke Nelis en de zangeres Tante Leen. Aan de rand van de Jordaan bij de hoek van de Prinsengracht en de Elandsgracht staan op het Johnny Jordaanplein de bronzen standbeelden van Johnny Jordaan, Tante Leen, Johnny Meijer en Manke Nelis.

Openbaar vervoer

De tramlijnen 13, 14 en 17 rijden over de Rozengracht door de Jordaan. Van 1922 tot 1932 reed lijn 20 vanaf de Marnixstraat door de Westerstraat en had zijn eindpunt op de Noordermarkt.

Markten

In de Jordaan zijn diverse markten zoals de zaterdagmarkt op de Lindengracht, de maandagochtend en zaterdagmarkt op de Noordermarkt en de maandagochtend (lapjes)markt in de Westerstraat. Het plein aan de voet van de Westertoren heet Westermarkt. Hier wordt geen markt gehouden.

Canon van Amsterdam

  • Die Mooie Wester is venster nummer 43 van de Canon van Amsterdam.

Source: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jordaan_(Amsterdam)

Address


Amsterdam
Nederland

Lat: 52.373554230 - Lng: 4.879958630