Description
Het Koninklijk Concertgebouw, geopend op 11 april 1888, is een gebouw met diverse concertzalen, gelegen aan de Van Baerlestraat tegenover het Museumplein in Amsterdam. Het is de thuisbasis van het Koninklijk Concertgebouworkest.
Het Concertgebouw heeft vier concertzalen: de Grote Zaal, de Kleine Zaal, de Koorzaal en de Spiegelzaal. Sinds een grote renovatie en verbouwing in 1988 is de hoofdentree niet langer aan de Van Baerlestraat, maar aan het Concertgebouwplein nr. 2.
Tijdens de viering in 2013 van het 125-jarig bestaan heeft het Concertgebouw het predicaat Koninklijk gekregen. Sindsdien is de officiële naam Koninklijk Concertgebouw.
Geschiedenis
De oprichtingsvergadering van de naamloze vennootschap die het Concertgebouw liet bouwen – en ook thans nog eigenaar is – werd gehouden in 1882 in theaterzaal Odeon aan het Singel waarin thans een gelijknamige discotheek is gevestigd.
De bouw begon in 1883 in een veenweidegebied dat destijds net buiten de stadsgrenzen van Amsterdam lag, in de gemeente Nieuwer-Amstel. In 1896 kwam het binnen de grenzen van Amsterdam. Er tegenover lag het latere IJsclubterrein, het huidige Museumplein. Als fundering werden 2186 heipalen van twaalf tot dertien meter lang tot op de zandbodem geslagen.
De zaal werd geopend op 11 april 1888, met een inwijdingsconcert waaraan 120 musici en een koor van 500 personen deelnamen. Er werd muziek ten gehore gebracht van Wagner, Händel, Bach en Beethoven.
Tot 1952 vormden het gebouw en het Concertgebouworkest één organisatie. In dat jaar werd het orkest organisatorisch losgemaakt van Het Concertgebouw NV en ondergebracht in de Nederlandse Orkest Stichting.
Gebouw
De architect van het gebouw is Adolf Leonard van Gendt, voor wie de bouwtekening van het in 1884 geopende Gewandhaus in Leipzig als inspiratiebron diende. Het interieur van het gebouw is vormgegeven en ingedeeld naar het voorbeeld van het Neue Gewandhaus, dat in 1943 werd vernield.
Het Concertgebouw heeft dezelfde vloeiende lijnen en ronde hoeken als het Neue Gewandhaus en de zalen worden ook omgeven door ruime gangen. En net als in Leipzig werd de kleine zaal dwars achter de grote zaal gebouwd.
Het gebouw werd gebouwd volgens de stijl van het Weens classicisme. De gevel vertoont neorenaissancistische kenmerken, en werd meer gedecoreerd dan gebruikelijk was in de oudheid. Het was een manier van versieren die werd gebruikt om gebouwen meer status te geven.
Op het dak van de Grote Zaal staat een lier, het instrument van Apollo, het symbool van de muziek. Deze is vervaardigd van roodkoper en is verguld met bladgoud. De huidige lier stamt uit 1993 en is een kopie van de originele uit 1888 met dit verschil dat de originele was vervaardigd uit zink. De lier heeft een hoogte van 3,25 meter.
Bij een grote renovatie van 1985 tot 1988 is aan het J.W. Brouwersplein (thans Concertgebouwplein) een nieuwe hoofdingang aangebouwd met een moderne glazen foyer, naar ontwerp van Pi de Bruijn.
Grote Zaal
De Grote Zaal is 44 meter lang, 27,5 meter breed en 17,5 meter hoog; de zaal biedt plaats aan ongeveer tweeduizend mensen. De zaal heeft een galmtijd van 2,8 seconde zonder publiek, en 2,2 seconde met publiek. Deze afmetingen maken de zaal uitermate geschikt voor het repertoire uit de late Romantiek zoals de werken van Mahler, en juist in mindere mate geschikt voor versterkte muziek en kamermuziek. De Grote Zaal wordt desondanks ook gebruikt voor solorecitals van beroemde musici.
Vanwege de volgens velen superieure akoestiek wordt de Grote Zaal beschouwd als een van de drie beste zalen ter wereld voor symfonische muziek. De andere twee zijn de Symphony Hall in Boston (VS) en de Große (Goldene) Musikvereinssaal in Wenen (Oostenrijk). Men kan de ongeëvenaarde akoestiek van de Grote Zaal zelf toetsen door (uiteraard niet tijdens een concert) een harde droge klap met de handen te geven. Men hoort dan een heldere weerklank die donker uitsterft. Duidelijk anders dan in andere zalen.
In de Grote Zaal is een groot concertorgel opgesteld van de orgelbouwer Michaël Maarschalkerweerd. De orgelkas werd ontworpen door architect Van Gendt zelf en maakte dus deel uit van het totale concept van het gebouw.
Kleine Zaal
Achter de Grote Zaal bevindt zich op de bovenverdieping een kleinere ovale zaal, die de Kleine Zaal genoemd wordt. Deze is 20 meter lang en 15 meter breed. Deze meer intieme ruimte is speciaal bedoeld voor kamermuziek. In deze zaal kunnen 438 luisteraars plaatsnemen. Rondom de Kleine Zaal bevinden zich de Felix de Nobel Foyer, de Franse Foyer, de Omloop (sinds 1988) en de Voorhal van de Kleine Zaal. De muziekzaal in het honderd jaar eerder gebouwde Felix Meritis, aan de Keizersgracht in Amsterdam diende als voorbeeld voor de Kleine Zaal in Het Concertgebouw.
Spiegelzaal
Achter de Grote Zaal bevindt zich op de begane grond een ovale zaal die precies onder de Kleine Zaal ligt en dezelfde omtrek heeft. Deze wordt de Spiegelzaal genoemd naar de vele spiegels die zich in de deuren bevinden. Tot 1925 verschafte deze zaal toegang tot de tuin achter het Concertgebouw. Na de verkoop van de tuin aan de gemeente Amsterdam in 1925 was het uitzicht niet zo fraai meer. Daarom is besloten de ruiten in de deuren te vervangen door spiegels. De zaal heeft kristallen kroonluchters. Er staan pilaren ter ondersteuning van de erboven gelegen Kleine Zaal. De multifunctionele Spiegelzaal is hoofdzakelijk in gebruik als koffiekamer en foyer-ruimte, maar wordt ook gebruikt als ontvangstruimte voor speciale gasten. Ook radio-uitzendingen zoals AVRO Spiegelzaal (en vroeger Für Elise), komen uit de Spiegelzaal. Het is een intieme zaal met een enigszins holle akoestiek. De aanwezigheid van wijnranken, druiventrossen en Bacchuskoppen in de ornamenten geeft aan dat deze ruimte van meet af aan als gelagkamer moest dienstdoen.
Gebruik
Elk jaar vinden er zo'n 800 concerten plaats voor een publiek van in totaal 850.000 mensen. Sinds het begin heeft het Concertgebouw gediend als thuisbasis voor het Koninklijk Concertgebouworkest. Ook het Nederlands Philharmonisch Orkest (voorheen Kunstmaandorkest / Amsterdams Philharmonisch Orkest) heeft sinds 1953 zijn vaste concertseries in de Grote Zaal. Een lange traditie sinds de vroege jaren zestig vormen de concerten van de Zaterdagmatinee (oorspronkelijk georganiseerd door de VARA als Matinee op de Vrije Zaterdag) vanuit de Grote Zaal, meestal met de orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep.
Een van de jaarlijks terugkerende concerten is het Nieuwjaarsconcert van de VARA en het Nederlands Blazers Ensemble: het Nederlandse antwoord op het jaarlijkse Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker. Het concert wordt ieder jaar op 1 januari rechtstreeks uitgezonden op radio en televisie. Verdere tradities zijn de Kerstmatinee en de passiemuziek op Palmzondag uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest. Op kerstavond is er elk jaar een kerkdienst van de 'Diensten met Belangstellenden'.
Eind jaren 60 en begin jaren 70 werd de zaal ook wel gebruikt voor popconcerten. Bands die in deze klassieke muziektempel optraden zijn onder meer Led Zeppelin, Pink Floyd, Grateful Dead, The Doors, Paul McCartney & Wings en Roxy Music.
In 2006 ontving het Concertgebouw ruim 826.000 bezoekers, 6000 meer dan het jaar daarvoor, waarmee het op dat moment de best bezochte concertzaal voor klassieke muziek ter wereld was.
Source: https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijk_Concertgebouw
Address
Amsterdam
Nederland
Lat: 52.356307983 - Lng: 4.879060268