Toerisme / Vervoer
Economie
Zwitserland heeft een moderne economie. Zwaartepunten liggen bij de financiële dienstverlening, de chemische en farmaceutische industrie, de fabricage van machines en precisie-instrumenten, de levensmiddelenindustrie en het toerisme. Het land geldt als een aantrekkelijke vestigingsplaats voor buitenlandse ondernemingen, vanwege de hoge levenskwaliteit, het stabiele politieke klimaat en de relatief lage belastingen. Corruptie, diefstal en misdaad komen zeer weinig voor in Zwitserland.
De financiële dienstverlening is in sterke mate geconcentreerd in Zürich; Genève en Lugano zijn eveneens steden met een belangrijke financiële sector. De grootste banken zijn UBS en Credit Suisse, maar er zijn ook veel kleinere (zaken)banken.
De chemische, farmaceutische en biotechnologische industrie is voornamelijk gevestigd in en rond Bazel. Bekende namen zijn hier Novartis, Roche, Syngenta, maar deze sector wordt eveneens gekenmerkt door een groot aantal kleine en gespecialiseerde ondernemingen. Het Biozentrum in Bazel speelt een belangrijke rol in het fundamentele onderzoek.
Het grootste voedingsmiddelenbedrijf in de wereld, Nestlé, is Zwitsers.
Veel technologische ondernemingen zijn gevestigd in en rondom Zürich, maar ook op de Zwitserse Hoogvlakte zijn veel kleinere hoog-technologische bedrijven gevestigd. Een bijzondere vermelding verdient de Jura, waar de horloge-industrie en medische technologie belangrijke sectoren zijn. Swatch is een bekende en grote horloge-fabrikant in Biel, maar het westen van Zwitserland kent daarnaast vele kleine en exclusieve horloge-werkplaatsen.
Het zomertoerisme bestaande uit onder andere wandelaars, motorrijders en bergbeklimmers en vooral de wintersport naar de vele skigebieden zijn belangrijke sectoren in de Zwitserse Alpen.
Vervoer
Op enkele regionale snelwegen na vallen de snelwegen onder een vignetplicht. De tolplicht voor snelwegen wordt geheven door de verkoop van snelwegvignetten, die 40 Zwitserse franken kosten (2013) en 14 maanden geldig zijn, namelijk van december in jaar A, het gehele jaar B, en januari van jaar C. Voor enkele doodlopende bergwegen naar wandelgebieden wordt apart tol geheven. Ook voor de tunnel Munt La Schera tussen Zwitserland en Italië, en voor de Grote Sint Bernhardtunnel moet tol betaald worden.
Zwitserland heeft een dicht en modern spoorwegnet. Het heeft met 121,9 kilometer rails per 1000 km² een van de dichtste netwerken van Europa. Naast de Schweizerische Bundesbahnen (SBB), de Zwitserse federale spoorwegen die eigendom van de staat zijn, zijn er nog tientallen particuliere spoorwegmaatschappijen. De trajecten van deze maatschappijen variëren van een paar kilometer tot enkele honderden kilometers. De lijnen van de Zwitserse spoorwegen zijn voor bijna 98% geëlektrificeerd. Een aanzienlijk deel is smalsporig; sommige lijnen maken gebruik van een tandradsysteem. Om auto's over de bergen te krijgen, wordt er veel gebruik gemaakt van autotreinen.
Internationale luchthavens zijn er in: Zürich, Bern, Genève en Bazel.
In de bergen zijn diverse kabelbanen om naar boven te gaan. Ze worden voornamelijk gebruikt in de winter om skigebieden te bereiken en in de zomer om te wandelen.