⇐ Cultuur / Godsdienst

Presentatie ⇒

Toerisme / Vervoer

Economie

De economie van België is gebaseerd op diensten, vervoer en handel. Het belang van de industrie neemt steeds meer af. De mijnbouw is sinds de laatste mijn sloot in 1991, stopgezet. De productie van staal, chemische producten en cement waren traditioneel geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen, Charleroi, Namen en Luik en in het Kempens Steenkolenbekken. Luik en Charleroi zijn nog steeds staalcentra, maar de nieuwere metaalbedrijven zijn vooral ingeplant rond de havensteden Antwerpen, Gent en Brugge. De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen, geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd dicht bij de olieraffinaderijen van Antwerpen.

De textielproductie, die in de Middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en kunstvezels; tapijten en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten. Gent, Kortrijk, Doornik en Verviers zijn alle textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd vanwege hun kant. Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer en hout. Meer dan 55 procent van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit kernenergie.

De Belgische industrie hangt af van de invoer voor zijn grondstoffen. Het meeste ijzer kwam uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk, terwijl de non-ferro metaalproducten van uit de koloniën ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, waaronder zink, koper, lood en tin.

De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal, vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten. De industriële centra zijn met elkaar en met de belangrijkste havens, Antwerpen, Brugge-Zeebrugge en Gent, verbonden door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal, het kanaal Gent-Terneuzen en het Boudewijnkanaal), en door een uitgebreid spoorwegsysteem.

België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de landbouw een steeds kleiner percentage arbeidskrachten vertegenwoordigt. De belangrijkste gewassen zijn maïs, tarwe, haver, rogge, gerst, suikerbieten, aardappels en vlas. Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie (vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk. Het verwerkte voedsel omvat suiker vooral te Tienen, kaas en andere zuivelproducten; bier onder meer te Leuven en andere dranken worden ook vervaardigd.

Belangrijker dan landbouw is wellicht intensieve tuinbouw en fruitteelt, ook voor export, zowel in serres, ooit begonnen in het glazen dorp Hoeilaart, als in volle grond: witlof, spruiten, asperges, sla, tomaat, aardbeien en dies meer. Zo spreekt men in het Engels van "Brussels sprouts" en van "Belgian endives" en kent men in het Duits "Brüsseler". De veilingen van Sint-Katelijne-Waver en van Hoogstraten zijn internationaal bekend. Ook hier speelt het wegennet een belangrijke rol om de geveilde waren snel naar de verbruikers te vervoeren.

De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel. Voordien was dit de Belgische frank (BEF). Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de gemeenschappelijke Europese munt. (1 euro = 40.3399 BEF) Van 1926 tot 1946 is er ook als munt de Belga geweest, die een waarde had van vijf BEF. Deze benaming was niet populair en werd in 1946 afgeschaft.

Verkeer

België is een internationaal knooppunt voor goederen- en personenvervoer, met een uitgebreid wegennet van autosnelwegen en expreswegen. Het spoorwegennet wordt geëxploiteerd door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). De eerste trein op het Europese vasteland reed in 1835 van Mechelen naar Brussel. De belangrijkste andere maatschappijen voor openbaar vervoer zijn de Vlaamse De Lijn, de Brusselse MIVB en de Waalse TEC. Die drie netten sluiten nauwelijks op elkaar aan, zodat versnippering ook hier de efficiëntie niet ten goede komt.

De haven van Antwerpen is op Rotterdam na de grootste van Europa. Er bevindt zich onder meer het tweede grootste petrochemisch complex ter wereld, na dat in Houston. Ook de haven van Brugge-Zeebrugge en de haven van Gent zijn belangrijke goederenhavens. Zeebrugge geldt als 's lands grootste passagiershaven, Europa's belangrijkste roro- en aardgashaven en 's werelds belangrijkste autohaven. Daarnaast heeft ook de haven van Oostende een aanzienlijk betekenis als rorohaven. Zeebrugge is de belangrijkste Belgische vissershaven, gevolgd door Oostende en Nieuwpoort. Brussel en Luik hebben belangrijke binnenhavens.

Er zijn civiele luchthavens bij Brussel (Zaventem), Charleroi (Gosselies), Antwerpen (Deurne), Luik (Bierset) en Oostende.

Media

De Nederlandstalige en Franstalige openbare omroepen zijn gevestigd te Brussel in hetzelfde complex aan de Reyerslaan. Voor de Nederlandstaligen is dat de VRT: Vlaamse Radio en Televisie. Voor de Franstaligen is dat de Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF). (Bemerk de verwijzing naar België in de Franstalige benaming en de afwezigheid ervan in de Vlaamse benaming.) Daarnaast zijn er commerciële tv-stations als VTM, VIER, Q2 aan Vlaamse kant en RTL aan Franstalige kant. De openbare omroepen zenden elk verschillende radioprogramma's uit en krijgen steeds meer concurrentie van privé-zenders. Daarnaast zijn er erkende vrije radio's. De regeling daarvan gebeurt per taalgemeenschap, wat rond Brussel voor problemen zorgt omdat sommige FM-programma's van de ene taalgroep die van de andere taalgroep met een groter vermogen verdringen. Er bestaan tientallen kranten en tijdschriften in de drie talen. Er zijn tien Vlaamse kranten waarvan die met de grootste oplage die van het Het Laatste Nieuws is. Er verschijnen 18 Franstalige kranten, waarvan het Brusselse Le Soir de bekendste is. Voor de Duitstalige gemeenschap is er Grenz-Echo.


Toerisme

De kunststeden Brugge, Gent, Antwerpen, Mechelen en Brussel trekken toeristen voor hun historische gebouwen, begijnhoven, architectuur en musea onder meer het Plantin-Moretusmuseum als werelderfgoed. Vooral de Art nouveau van onder meer Horta is uniek. Typische trekpleisters voor toeristen te Brussel zijn het atomium dat is overgebleven van Expo 58 en Manneke Pis. Japanse toeristen bezoeken dikwijls Brugge, Antwerpen en Hoboken, vanwege het in Japan populaire boek Een hond van Vlaanderen. De kust trekt badgasten voor het strand, de zee en fietstochten. In Limburg werd in 2006 het eerste Vlaamse Nationaal Park geopend, door steeds meer toeristen ontdekt als fiets- en wandelgebied. Het fietsroutenetwerk is een concept dat hier is ontstaan na de mijnsluitingen. De Ardennen lokken toeristen voor wandeltochten, rotsbeklimmen en afdalingen van bergstromen met kajaks en in de winter langlaufen. Ook de scheepsliften bij La Louvière zijn werelderfgoed, net als de neolithische vuursteenmijnen van Spiennes. Bekende Belgische folklore, zoals de Gilles van Binche, het Ros Beiaard van Dendermonde, de Heilig-Bloedprocessie van Brugge of de Ommegang van reuzen te Antwerpen, trekt ook veel toeristen. Spa is in het Engels synoniem voor kuuroord.

Bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/België