⇐ Presentatie

Geografie ⇒

Geschiedenis

Het "Ultima Thule", waar de Romeinen in een geschrift over verhalen, gaat misschien over Noorwegen of de eilandengroep Faeröer. De eerste mensen die op IJsland verbleven, waren Ierse monniken. Met de komst van de Vikingen verdwenen ze. Er bestaat geen enkel bewijs dat IJsland reeds ontdekt was door schepen tijdens de Oudheid en evenmin zijn er sporen gevonden van eerdere menselijke aanwezigheid.

De meesten van de eerste bewoners waren van Noorse afkomst. Ze verlieten hun thuisland om aan het regime van Harald Schoonhaar (of Fijnhaar) te ontkomen. In die tijd werd er verhaald van een eiland dat nog niet bewoond was, en Flóki Vilgerðarson (ook wel Hrafna Flóki of raven-Flóki genoemd, omdat hij drie raven bij zich had die hem hielpen het onbekende eiland te vinden) besloot zijn geluk in dat nieuwe land te beproeven. Hij vestigde zich aan een grote baai in het westen (bij Flókatóftir aan het huidige Breiðafjörður). Tijdens de eerste strenge winter verhongerde al zijn vee, en berooid vertrok hij weer, maar niet alvorens het land zijn naam gegeven te hebben: IJsland. Later kwamen via omzwervingen langs Ierland, Schotland, de Hebriden en de Faeröer (waar ze ondertussen slaven bemachtigden) landgenoten van hem op IJsland aan. De eerste Viking die zich permanent op IJsland vestigde was Ingólfur Arnarson. In 874 landde hij aan de zuidkust en omstreeks 877 vestigde hij zich aan een baai in het zuidwesten. Die plaats noemde hij Reykjavík (zie aldaar). De volgende 60 jaar werd het land volledig gekoloniseerd.

Geschiedenis

Een van de gewoonten die de kolonisten uit hun vaderland meenamen, was het houden van þings ('volksvergaderingen'). In de loop der tijd werden enkele þings belangrijker dan andere. Al spoedig kwam de roep om een centrale locatie voor een gemeenschappelijk þing. In het jaar 930 werd dit Alþing - en daarmee het IJslandse parlement - opgericht. De locatie van het Alþing ('alomvattende volksvergadering') werd Þingvellir, een vlakte die nog in gemeenschappelijk bezit was. Vele belangrijke historische gebeurtenissen hebben tijdens het Alþing plaatsgevonden, zoals de officiële overgang tot het christendom in het jaar 1000. In 1845 is het parlement verplaatst naar Reykjavík. In 1928 werd Þingvellir het eerste Nationale Park van IJsland. IJsland heeft van alle landen ter wereld de langste democratische traditie en is een democratische republiek met een gekozen president. In 1918 verkreeg IJsland een grotere onafhankelijkheid en veranderde de status van een deel van Denemarken tot een personele unie met de Deense Kroon voor 25 jaar. Toen deze unie in 1944 niet verlengd kon worden vanwege de Tweede Wereldoorlog werd IJsland op 17 juni 1944 volledig onafhankelijk.

Het land is onder andere lid van de NAVO, de EVA, de EER en het is toegetreden tot de Schengenzone. In juli 2009 zette het IJslandse parlement het licht op groen voor een officieel verzoek tot EU-toetreding. Nog diezelfde maand werd IJsland officieel kandidaat EU-lid. In 2015 heeft IJsland de aanvraag ingetrokken.

Recente ontwikkelingen

In 2007 kwam er een regering tot stand die bestond uit de grote, centrumrechtse Onafhankelijkheidspartij en de kleinere, sociaaldemocratische Alliantie, samen goed voor 43 zetels in het 63 zetels tellende Alþing, het IJslandse parlement. Premier werd Geir Haarde van de Onafhankelijkheidspartij. Op 26 januari 2009 trad de regering voortijdig af naar aanleiding van de slechte toestand van de economie, veroorzaakt door de kredietcrisis. De IJslandse economie steunde voor een groot deel op de bancaire sector en deze was door de economische crisis in grote problemen verzeild geraakt. In oktober 2008 werden de drie grootste IJslandse banken zelfs genationaliseerd. Veel IJslanders raakten hun betrekking en spaartegoed kwijt, en uitten in demonstraties hun onvrede over de regering. De Krona verloor grotendeels zijn waarde tegenover de Euro en tegen het einde van 2008 verklaarde het land zich bankroet.

Op 1 februari 2009 werd het kabinet-Sigurðardóttir geïnstalleerd. Dit linkse minderheidskabinet bestaande uit de Alliantie en Links-Groen behartigde tot de vervroegde verkiezingen op 25 april 2009 als interim-regering de zaken en ging vooral de economische problemen te lijf. Interim-premier was Jóhanna Sigurðardóttir van de Alliantie.

Bovendien vroeg dit kabinet het lidmaatschap van de EU aan. Dit werd vanuit de gehele Unie toegejuicht, hoewel er vanuit Nederland en Groot-Brittannië kritische geluiden te horen waren over terugbetaling van het geld dat hun spaarders verloren in het Icesave-debacle. Ook de eigen bevolking was niet onverdeeld: men vreesde onder andere verlies van de eigen visrechten waarvan de IJslandse economie nog voor een groot deel afhankelijk is. IJsland verkreeg in juli 2009 de status van kandidaat-lid van de EU.

Op 22 mei 2013 kondigde de na de verkiezingen nieuw aangetreden centrumrechtse regering van IJsland aan eerst een referendum te zullen uitschrijven over de vraag of het land moet toetreden tot de Unie. In augustus 2013 liet het land de EU weten dat het toetredingsverzoek zou worden ingetrokken. Deze intrekking werd op 12 maart 2015 officieel neergelegd.

De regering gaf toe aan de buitenlandse eisen dat IJsland een totaal van € 3,5 miljard zou terugbetalen. Dat betekende een flinke maandelijkse bijdrage van iedere IJslandse burger, wat voor de IJslanders onverteerbaar bleek. Er ontstond nationale ophef, en vervolgens weigerde het staatshoofd: Olafur Ragnar Grimsson de desbetreffende wet goed te keuren. Hij verzocht hier een referendum over te houden.

Met de steun van een bevolking begon de regering burgerlijke en strafrechtelijke onderzoeken naar de verantwoordelijken voor de financiële crisis. De vorige minister van financiën kreeg een gevangenisstraf van twee jaar terwijl Interpol een internationaal aanhoudingsbevel uitvaardigde voor bankiers die betrokken waren bij de crash.

In het referendum van maart 2010, stemde 93% tegen de terugbetaling van de schuld. Onmiddellijk bevroor het IMF zijn leningen. Maar IJsland was niet geïntimideerd. Zoals Grimsson zei: ”Er werd ons verteld dat indien we de voorwaarden van de internationale gemeenschap niet aanvaarden, we het Cuba van het Noorden zouden worden. Maar indien we ze hadden aanvaard zouden we het Haïti van het Noorden geworden zijn”.

Nieuwe grondwet

Om het land te bevrijden van de uitgebreide macht van internationale financiers en virtueel geld besliste de bevolking om een nieuwe grondwet te maken. Ze selecteerden 25 burgers uit 522 volwassenen die niet tot enige politieke partij behoorden maar door minstens 30 mensen werden aanbevolen. De vergaderingen werden online gestreamd en de burgers konden hun commentaren en suggesties doorgeven. Ze waren getuige van het tot stand komen van het document. De grondwet die uit dit proces van participatieve democratie voortkwam werd aan het parlement in de herfst van 2011 ter goedkeuring voorgelegd.

Als reactie op de crisis werd in 2009 de politieke partij Besti flokkurinn (Beste Partij) opgericht. Oprichter Jón Gnarr werd in 2010 burgemeester van Reykjavík.

Defensie

Hoewel IJsland lid is van de NAVO, heeft het geen eigen krijgsmacht. Strijdkrachten van de Verenigde Staten bewaakten tot 1 oktober 2006, op basis van een militair verdrag uit 1951, het land en zijn territoriale wateren vanuit een marinevliegbasis in Keflavík. De Verenigde Staten staan sindsdien nog wel garant voor de territoriale integriteit van IJsland, maar de marinevliegbasis is niet meer in gebruik als zodanig. IJsland heeft wel een kustwacht en een militair politieonderdeel.

IJslanders zijn uitermate trots op de rol die IJsland speelde in het beëindigen van de Koude Oorlog. Het beroemde overleg tussen Ronald Reagan en Michail Gorbatsjov vond plaats in Höfði (Reykjavík) in 1986.

Het enige internationale geschil dat noemenswaardig is doorheen de geschiedenis van IJsland, is dat van de Kabeljauwoorlogen. Het betreft een discussie met het Verenigd Koninkrijk. IJsland had de intentie om haar rijke visserijwateren te beschermen door het uitbreiden van de maritieme grens. In deze discussie werd de kustwacht ingezet door IJsland om haar vissers te beschermen, waarop het Verenigd Koninkrijk oorlogsschepen zond. Het Verenigd Koninkrijk bond pas in nadat IJsland ermee dreigde uit de NAVO te stappen.

Volgens de Global Peace Index (GPI) is IJsland het vredelievendste land ter wereld. Het heeft deze status te danken aan de afwezigheid van strijdkrachten, het lage criminaliteitsgehalte en de sociaal-politieke stabiliteit die het land al lang kent.