Cultuur / Godsdienst
De Franse cultuur doet zich gelden in de literatuur, architectuur, muziek, film, toneel en beeldende kunst. Er zijn veel schouwburgen, musea en bioscopen. Er worden diverse landelijke en plaatselijke evenementen gehouden.
Het propageren van de Franse taal en cultuur in het land zelf en in de wereld is een serieuze staatszaak. Het Institut de France heeft een coördinerende taak voor alle culturele en wetenschappelijke activiteiten. Eén van de onderdelen van dit instituut is de Académie française, die al sinds 1635 officieel waakt over de zuiverheid van de Franse taal. De 40 leden van dit gezelschap worden 'onsterfelijken' genoemd, en hun benoeming door coöptatie heeft goedkeuring nodig van de President van de Republiek. Eens in de twee of drie jaar wordt er ergens in de Franstalige wereld een Sommet de la Francophonie gehouden, waarbij vaak de president zelf acte de présence geeft. Het begrip 'Franstalige wereld' wordt hierbij ruim uitgelegd; zo werd de conferentie in 2002 in Roemenië gehouden en in 1997 in Vietnam.
Daarnaast zijn er Radio France Internationale, het televisiekanaal TV5 Monde, dat in Nederland gedeeltelijk met Nederlandse ondertiteling is te ontvangen, en de satellietnieuwszender France 24. In Amsterdam is daarnaast het Maison Descartes gevestigd, dat op allerlei manieren de Franse cultuur propageert naar het Nederlandse publiek. In Frankrijk zelf wordt de eigen cultuur onder andere belicht in een aantal van de vele musea die het land rijk is.
De wisselwerking tussen cultuur en politiek wordt in Frankrijk vanzelfsprekender gevonden dan in bijvoorbeeld Nederland. Intellectuelen zijn de afgelopen honderd jaar opgekomen als een serieus genomen maatschappelijke groepering; voor hen geldt meer dan in Nederland dat ze in het publieke debat persoonlijk moreel gezag genieten. Toen in 1949 de toneelschrijver en draaideurcrimineel Jean Genet levenslang dreigde te krijgen, werd hem gratie verleend dankzij een petitie aan de president van een groot aantal prominente kunstenaars en schrijvers, op initiatief van Jean Cocteau. Ook wees president De Gaulle eens de suggestie af dat Jean-Paul Sartre gearresteerd moest worden wegens zijn protest tegen de oorlog in Algerije met het argument: 'Voltaire arresteer je niet'. Intellectuelen kunnen soms gesprekspartners van gekozen machthebbers zijn, tot de president toe. Als een prominente schrijver of kunstenaar overlijdt, is het gebruikelijk dat het staatshoofd daar publiekelijk commentaar op levert; politici zouden hun prestige ondermijnen als zij zich onwetend of onverschillig zouden tonen ten aanzien van kunst en cultuur. Het staat ook erg goed om een boek geschreven te hebben, over politiek, over geschiedenis of zelfs met literaire pretenties. Toen Jacques Attali, een gunsteling van president Mitterrand in 1990 benoemd werd tot president van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, meende hij zich daar te kunnen profileren als schrijver/filosoof, meer dan als financieel expert.
Officiële feestdagen in Frankrijk
Het Institut de recherche pour le développement (IRD) is een Frans onderzoeksinstituut dat onderzoek verricht en wetenschappelijke programma's aanstuurt met betrekking tot de relatie tussen de mens en zijn omgeving.
Verplicht onderwijs is er voor kinderen van 6 tot 16 jaar. Dit bestaat uit het basisonderwijs (école élémentaire) en voortgezet onderwijs (collège). Tot het 15e jaar daarna nog minstens één jaar naar school in het algemeen vormend technisch of beroepsonderwijs. Daarna volgt hoger onderwijs. Vooral de 'Grandes Écoles', een soort super-universiteiten, zijn zeer competitief van aard; deze zijn in de napoleontische tijd ingesteld met de uitdrukkelijke bedoeling een bestuurlijke elite te creëren.
Het onderwijsniveau in Frankrijk is hoog. Er zijn universiteiten in onder andere Parijs, Nantes, Lyon, Toulouse, Marseille, Bordeaux, Rijsel (Frans: Lille), Montpellier, Straatsburg, Rennes, Grenoble en Nancy. Onderwijs in Frankrijk begint bij het kleuteronderwijs (écoles maternelles).
Media
Publieke radiozenders vallen onder Radio France. De bekendste zenders zijn France Inter en France Info. Daarnaast kent het land een aantal commerciële zenders. Tot 1981 gold er in het land een officieel staatsmonopolie op radio. Voor commerciële zenders was het tijdens dat monopolie alleen mogelijk om uit te zenden indien de zendinstallatie buiten het land stond. Deze zenders zijn de zogenaamde radios périphériques. Voorbeelden hiervan waren Radio Luxembourg (tegenwoordig RTL), Radio Monte Carlo (RMC), Europe 1 en het verdwenen Radio Andorra.
Vergeleken met andere ontwikkelde landen, besteden de Fransen maar weinig tijd aan het lezen van kranten. Dit is vooral toe te schrijven aan de populariteit van de omroepen. De best verkopende landelijke dagbladen zijn Le Monde (centrum-links), Libération (links) en Le Figaro (rechts) met circa 300.000 exemplaren per dag en L'Équipe, met voornamelijk sportverslaggeving. Het landelijke dagblad France Soir, opgericht in 1944, moest in december 2011 de papieren editie definitief opgeven. In juli 2012 kwam er een doorstart met een uitsluitend digitale editie. De laatste jaren is er een doorbraak van gratis kranten: Metro, 20 Minutes en Direct Plus met een oplage van 650.000 exemplaren. Het grootste bereik heeft het regionale dagelijkse Ouest France met meer dan 750.000 exemplaren. Circa 50 andere regionale kranten hebben ook hoge verkoopcijfers. De sector weekbladen is sterk en divers, met meer dan 400 weekbladen verspreid over het land.
Franse kranten:
- Journal des débats (1789-1944)
- Le Dauphiné Libéré
- La Dépêche du Midi, Toulouse
- Le Figaro, Parijs
- L'Indépendant, Perpignan en Roussillon
- Libération, Parijs
- L'Humanité
- Midi Libre
- Le Monde, Parijs
- Le Monde diplomatique
- Le Progrès de Lyon, Lyon
- Le Républicain Lorrain, Metz
- Sud-Ouest, Bordeaux en Aquitaine
- La Voix du Nord, Rijsel (Lille)
- L'Yonne Républicaine, Auxerre
Persagentschap:
- Agence France Presse
Franse tijdschriften zijn onder andere:
- Le Nouvel Observateur
- L'Express
Sport
Frankrijk is op het gebied van wielrennen, voetbal, rugby en pétanque (in Nederland bekend als 'jeu de boules') een gerenommeerd land. Bekende Franse sportwedstrijden zijn het tennistoernooi Roland Garros, de wielerronde Tour de France en wielerklassieker Parijs-Roubaix.
Frankrijk is tevens het thuishonk van parkour en horseball, twee nieuwe sporten met een toenemende populariteit.
Talen
Vanuit het Île-de-France werden de regio’s vanaf de 15de eeuw in één staatkundig verband - niet zonder dwang en geweld - geharmoniseerd. In wezen was het de dominante etniciteit die zich tot nationaliteit ontwikkelde en vervolgens andere etniciteiten hun taal, het Frans (een dialect van de oïl-talen), oplegde. Dat moest leiden tot de ontwikkeling van één heterogene bevolking in Frankrijk. Het Frans is daarmee de nationale taal van Frankrijk, die gebruikt wordt voor bestuur en rechtspraak. Naast het Frans bestaan er in Frankrijk een aantal regionale talen en dialecten, maar het gebruik daarvan daalt.
Frankrijk heeft het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden op 7 mei 1999 ondertekend, maar nooit geratificeerd omdat deze volgens de Grondwettelijke Raad van Frankrijk (Conseil constitutionnel) in strijd is met het staatsnationalisch model van Frankrijk.[6] Diverse maatschappelijke en politieke groeperingen hebben sindsdien gepleit voor wijziging van de grondwet om ratificatie van het Handvest mogelijk te maken. Er is echter een versoepeling opgetreden in het beleid ten aanzien van minderheidstalen, die wettelijk is vastgelegd in de wet-Toubon.
De etniciteiten bezitten het Frans staatsburgerschap en spreken de nationale taal, maar hebben eveneens een eigen taal. In het noorden van Frankrijk spreekt een klein aantal Fransen het Frans-Vlaams, dat eigenlijk een variant is van het West-Vlaams (en dus een Nederlands dialect). In het uiterste westen wordt het Bretons gesproken. In een groot zuidelijk deel van Frankrijk worden verschillende varianten van het Occitaans gesproken en in het zuidoosten spreekt men verschillende varianten van het Francoprovençaals. Rond het gebied van de Pyreneeën spreekt men Catalaans (in het oostelijke deel) en het Baskisch (in het westelijke deel). Op het eiland Corsica wordt Corsicaans gesproken. In het oosten van Frankrijk worden ook Hoogduitse dialecten gesproken in de Elzas (Elzassisch) en voor een deel in Lotharingen. Op basis van de Jakobijnse ideologie worden deze talen vaak pejoratief "patois" (brabbeltaal) genoemd.
Religie
Het katholicisme is veruit de grootste godsdienst in Frankrijk, dat door 64% van de bevolking - volgens de website van de Franse Katholieke Kerk - wordt aangehangen (zie Katholieke Kerk in Frankrijk). Verder geeft deze website aan dat 5% daadwerkelijk regelmatig naar de kerk gaat en 50% van de bevolking niet regelmatig gaat maar toch katholiek is. De op een na grootste groep zijn de niet-gelovigen met 27%.
Na de herroeping van het Edict van Nantes in 1685 door Lodewijk XIV was het katholicisme staatsgodsdienst. Sinds de scheiding van Kerk en staat in 1905 heeft de staat geen enkele bemoeienis meer met de hiërarchie van de Kerk in Frankrijk. De Katholieke Kerk heeft in Frankrijk achttien kerkprovincies en in totaal 93 bisdommen.
Ongeveer 2% van de bevolking is protestants. Na de Bartholomeusnacht (1572) was de kracht van het protestantisme in Frankrijk gebroken (zie hugenoten). Door een wet van 1802 werden de protestantse kerken erkend.
Als gevolg van immigratie uit Azië, Turkije en Noord-Afrika in de 20e eeuw heeft Frankrijk daarnaast een grote moslimbevolking gekregen: 3 tot 5 miljoen, ongeveer 10%. Verder zijn er nog joden, die de grootste joodse gemeenschap in Europa vormen, circa 483.500 (2010). Zo'n 284.000 daarvan wonen in Parijs.